Ik weet niet zo goed waarom, maar ik kan gewoon zo blij worden van een mooi stuk keukengereedschap. Ik heb ondertussen dan ook aardig wat verschillende messen in mijn collectie. Mijn laatste aanwinst is echt een pareltje, dit mes zie je nog wel een paar keer voorbijkomen in het boek.
Dikke shout-out naar Abel Swart die deze voor mij (hand)gemaakt heeft. Met een koolstofstalen lemmet en walnoothouten handvat, volledig van gerecyclede materialen. Koolstofstaal heeft speciaal onderhoud nodig omdat het gevoelig is voor vocht, en daardoor snel roest. Dus als je net begint in de keuken zou ik een ander soort mes aanraden.
Hier vind je een goede set messen die ik ook graag gebruik, Nederlands merk, Japanse stijl.
Ik heb ook Japanse en Duitse messen in mijn collectie. Deze zijn minder gevoelig voor de elementen en daardoor makkelijker in gebruik. Japans staal is harder dan Duits staal, daardoor blijft het langer scherp. Maar het maakt het ook gevoeliger, waardoor-ie, als je ’m laat vallen, kan breken. Dus begin je net in de keuken dan zou ik een Duits mes aanraden. Deze blijven het minst lang scherp, maar zijn niet zo gevoelig voor stoten of water. Na gebruik buigt het snijvlak van je mes een beetje om, zo’n omgevouwen stukje noem je een braam. Om de bramen uit je mes te halen en ’m zo scherp mogelijk te houden, kan je een aanzetstaal gebruiken. Je aanzetstaal neemt geen materiaal van je mes weg en duwt als het ware alleen de omgevouwen stukjes terug. Het is belangrijk dat je aanzet in de goede hoek. De meeste Duitse messen hebben een slijphoek van ongeveer 20 graden. Dit betekent dat je je mes in een hoek van 20 graden op het aanzetstaal moet zetten.
Na regelmatig gebruik en aanzetten zal je mes uiteindelijk toch bot worden. Dan is het tijd om te slijpen. Als je een mes slijpt, neem je een laagje metaal weg, waardoor het snijvlak weer net zo scherp wordt als voorheen. Zelf gebruik ik hier de HORL 2 voor, super makkelijk in gebruik omdat je niet zelf de hoek hoeft vast te houden.